Nieuwsbrief Maart 2011

Luchtwegonderzoek.


Als de voorjaarsbeurs eraan zit te komen dan is het ook de hoogste tijd om de duiven te (laten) controleren op hun gezondheid. In mijn optiek vooral ook op de gezondheid van hun luchtwegen. Onderzoek van de duiven voor wat betreft de aanwezigheid van coccidiën, wormen en het trichomonaden is natuurlijk ook belangrijk, maar valt in het niet bij de controle van de luchtwegen, in deze tijde van het jaar.

Ik krijg in het seizoen vaker liefhebbers aan de telefoon die klagen dat hun duiven niet goed vliegen ofschoon de dierenarts gezegd had dat er niets aan de duiven mankeerde. Bij doorvragen blijkt dan meestal dat de controle zich veelal heeft beperkt tot het onderzoek van de mest en de controle op de aanwezigheid van het geel. Veelal zijn de luchtwegen meestal niet aan een paar zeer eenvoudige controles onderworpen aan de hand waarvan men kan bepalen dat er irritatie dan wel slijm aanwezig is. Prijsvliegen met duiven die slechts lichte afwijkingen aan de luchtwegen vertonen kan men in de huidige tijd vergeten. De uitslagen liggen immers zo

kort bij elkaar dat een geringe afwijking al verstrekkende gevolgen voor de prestaties heeft.

 

 

Daarom is het onderzoek van de luchtwegen voor dat het seizoen begint in mijn optiek dan ook van wezenlijk belang. Duiven met geringe afwijkingen aan de luchtwegen kunnen de eerste vluchten nog wel meekomen. Maar zo rond de derde vlucht zien we het meestal al drukker worden tijdens de spreekuren met liefhebbers die met de klacht komen dat de duiven geen prijzen meer maken.

Vaak is er sprake van slijm in de luchtwegen voor dat de vluchten beginnen. Een probleem wat verergerd door het oplopen van mandinfecties die zo rond de derde of vierde vlucht tot teleurstellende resultaten beginnen te leiden. Als men

duiven na de vlucht ‘ontsmet’ gedurende één dag terwijl er sprake is van irritatie van de luchtwegen dan leidt dit meestal niet tot het gewenste resultaat. De schuld wordt dan vaak gelegd bij het toegepaste ontsmettingsmiddel wat men van de dierenarts heeft gekregen of elders heeft gehaald. Niets hoeft echter minder waar te zijn. Geen enkele middel kan in een dag tijd de problemen van de irritatie en slijmvorming van de luchtwegen doen verdwijnen.

Teleurgesteld wordt dan vaak na een vlucht of vier besloten om de duiven dan maar een keer over te slaan en te gaan kuren. Dat dit lang niet altijd bevorderlijk is voor de vorm is natuurlijk zonneklaar.

Daarom is het veel beter om, enkele weken voordat het vluchtseizoen begint, de duiven door een dierenarts die de luchtwegen ook werkelijk wil controleren, dan wel een bacteriologisch onderzoek doet, te laten onderzoeken. Op die manier kunnen de duiven die problemen hebben met vastzittend slijm of kopproblemen vroegtijdig worden gesignaleerd en kunnen passende maatregelen worden genomen om erger tijdens de vluchten te voorkomen.

Voor de duidelijkheid, dit betreft doorgaans geen duiven die ziek op het hok zitten. Eerder duiven die door het langere tijd niet vliegen in de winter irritatie en slijmproblemen hebben die pas tijdens inspanning tot problemen leiden.


In geval er serieuzere problemen aan het licht komen kan middels een bacteriologisch onderzoek, een onderzoek op Clamydiae e.d. getracht worden de veroorzaker te isoleren. Vervolgens kan dan middels een antibiogram, waarbij het meest werkzame geneesmiddel tegen de ziekteverwekker wordt gezocht, de meest geschikte behandeling worden bepaald.

Inmiddels zijn er ook diverse virale testen beschikbaar waardoor ook de aanwezigheid van deze vaak achterliggen probleemveroorzakers kan worden vastgesteld.

Maar dan duiden we al weer meer de ziektekunde in. De controle van de luchtwegen, buiten de gebruikelijke controles van mest en keel voor het seizoen dienen boven alles om winterinfecties en vastzittend slijm op te sporen en tijdig te behandelen.



Succes

Peter Boskamp