Nieuwsbrief Maart 2014

Voorbereiding

In de vorige column heb ik het belang van een goede afweer bij de duiven, om goede resultaten te kunnen behouden in de duivensport, besproken. Zoals ik al enigszins verwachtte roept een dergelijk artikel een aantal ‘ja maar’ vragen en stellingen op. Voorzichtigheidshalve had ik al duidelijk gesteld dat ik helemaal niet tegen het gebruik van antibiotica ben als het noodzakelijk is. Dat ik zelfs blij ben dat er nog goed werkende middelen zijn. Dat laatste moeten we met zijn allen ook zo zien te houden.
De overheid streeft om meerdere redenen een beperking van het gebruik van antibacteriële middelen na. Dat is een gegeven waar iedereen mee te maken heeft. Ook de duivenliefhebbers uiteindelijk.

 

Maar los van wat de overheid eist is het goed om na te denken over een verantwoord gebruik van dit soort medicijnen. We moeten met zijn allen het risico van overmatige resistentie tegen antibiotica zien te beperken. Verantwoord antibioticum gebruik begint met een juist naleven van de instructies. Daarvoor moeten we als we moeten kuren vooral voldoende lang kuren, zodat ook de sterkste bacteriën die bestreden moeten worden het niet meer overleven. Belangrijk daarbij is het ook dat er voldoende hoog wordt gedoseerd met het medicijn dat we gebruiken. Ik blijf van mening dat drinkwaterkuren zolang de ‘R’ in de maand is eigenlijk uit den boze zijn. Immers de duiven drinken dan doorgaans te weinig.

We kunnen dat zelf vaststellen bij infecties als het Geel, maar ook de vorige jaar aangetoonde microben blijken bij onvoldoende lange kuren of drinkwatertoepassing na de voorgeschreven kuur vaak nog niet weg te zijn. Toepassing van antibiotica over het voer werkt al veel beter, maar individuele toepassing werkt natuurlijk nog beter. Zeker als het aantal duiven dat behandeld moet worden te overzien is verdiend deze manier van behandelen de voorkeur.

De ‘ja maar’ vraagstellers hebben de column waarschijnlijk overigens niet echt willen lezen. Ik merk het wel vaker op dat wanneer men het niet eens is met een stelling, men zich afsluit voor de optie die besproken wordt. Men wil dan geeneens lezen wat er staat. Opmerkingen dat ‘….alleen antibiotica werken en al het andere onzin is’ zijn dan vaak niet van de lucht.
Ik stel me tegenwoordig voor dat het mensen betreft, zoals de clubgenoot van een liefhebber die me afgelopen maand het volgende schreef:

‘………. Met ‘dit’ bedoel ik dat het een feit is dat duiven nu eenmaal bacteriën bij zich dragen en dat het ‘opschonen’ van duiven een illusie is. Ik sprak een ervaren liefhebber die me doodleuk vertelde: “Ik gaf ze eerst doxy voor de luchtwegen, daarna parastop en heb ze toen afgekuurd met 14 dagen Baytril…. Nu zijn ze schoon en kunnen ze er tegen aan”

Ik word daar misselijk van mag je weten…! We spreken hier van een liefhebber waarbij ik in de mand zit en waarvan ik het hele jaar al vind dat zijn duiven zo rul zijn als een harde borstel.

Deze liefhebber sneed hiermee wel een serieus probleem aan. Want bovengenoemd ‘kuren’ is geen kuren meer. Je zou dit zelfs misbruik van medicatie kunnen noemen. Misschien dat deze liefhebber ook nog het idee heeft dat hij goed bezig is. Helaas, dat is niet zo. De liefhebber weet geeneens of er problemen zijn waar hij tegen zou moeten ‘kuren’. Zo veel antibiotica achter elkaar helpt de balans in de darmen om zeep. Nutteloos. De problemen die hierdoor kunnen ontstaan zouden door de geciteerde liefhebber waarschijnlijk met een nog zwaardere kuur bestreden willen worden. De lever van die duiven kan dan zo’n klappen krijgen, dat de kans groot is dat de vorm niet komt. De kliko zal dan waarschijnlijk de volgende stap zijn. En als genoemde liefhebber deze duiven gekocht heeft, zal de verkoper in zijn optiek hem wel weer rotzooi hebben aangesmeerd. Dat hij zelf de hoofdschuldige is komt waarschijnlijk geeneens bij hem op.

Gelukkig is deze manier van doen geen regel (meer). Steeds meer liefhebbers beseffen dat dit niet de juiste weg is en kuren pas als de duiven onderzocht zijn.
Als het al nodig blijkt te zijn dan. Ik kreeg gelukkig naast die ‘ja maar’ schrijvers ook veel mail als bovenstaande, van liefhebbers die beseffen dat we verstandig om moeten gaan met medicijnen. Die reacties waren gelukkig in de meerderheid. Maar liefhebbers als bovenstaand aangehaalde, kunnen je als oppassende liefhebber wel een bende resistente kiemen bezorgen. De onverantwoordelijkheid van deze lieden verpest het voor de welwillende liefhebbers. 

Ik sprak op een van de beurzen een collega die vindt dat het met de resistentie wel mee valt. Ik weet dat hij weinig onderzoek doet omdat hij dit ook onzin vindt. Zo’n opstelling komt op me over alsof je na een atoomramp als bijvoorbeeld Tjernobyl of Fukushima gaat lopen roepen dat er niets aan de hand is, omdat je de straling toch niet ziet als je die niet meet.

Ik ben overigens ook van mening dat de resistentieproblematiek niet overdreven moet worden. Maar dat wil dan toch niet zeggen dat we tot twee voor twaalf moeten wachten alvorens we actie ondernemen om de resistentie in te dammen. Ik las laatst een bericht dat een patiënt in een ziekenhuis was overleden aan een blaasontsteking (!) omdat er geen werkzame antibiotica meer waren. Dan kun je denken dat het de ver van mijn bed show is, maar het zal maar een dierbare van je zijn. Ik wil hier helemaal niet de wijsneus zijn met het opgestoken vingertje, maar verantwoordelijkheid begint toch ook bij iedere liefhebber zelf. 

De opzet van de vorige column was ter overweging te geven dat we onze sport ook kunnen beoefenen zonder de duiven vol te stoppen met antibiotica. Maar dan moet men wel willen werken aan de versterking van het eigen afweerapparaat van de duiven. Het gebruik van medicijnen kan dan beperkt gaan worden tot die momenten waarbij het gebruik noodzakelijk is. Het kost tijd maar de praktijk laat zien dat het kan. Er zijn genoeg liefhebbers die deze weg gevolgd hebben die dit bewezen hebben.

Maar goed ik wilde het hier hebben over de voorbereiding naar het seizoen toe. Daarbij ga ik er van uit dat we als liefhebber de les uit de vorige column serieus hebben genomen en hebben gewerkt aan de opbouw van een goede weerstand. Hoewel dit een weg van iets langere adem is, zal een en ander ook al op korte termijn resultaten laten zien aan de duiven. Als het goed is hebben de duiven dan niet of nauwelijks klachten. Zoals eerder aangehaald hebben duiven in de wintermaanden vaak infecties bij zich die pas problemen gaan geven als er stressfactoren zoals de vluchten en het manden bij komen. Een controle voor het seizoen op de aanwezigheid van verborgen infecties is dan zeker ook aan te raden. Daarbij is het natuurlijk ook verstandig om te kijken naar de aanwezigheid van Coccidiose, Trimomoniasis en Wormen. Met de laatste ‘huis, tuin en keuken’ ziekten aan het seizoen willen beginnen is natuurlijk niet meer van deze tijd. De beste tijd voor de controles is meerdere weken voor de eerste vluchten, zodat in geval van een besmetting nog gericht ingegrepen kan worden. Ook kan eventueel aanwezig slijm dan nog worden verwijderd.

Duiven die met latente infecties aan de start van het seizoen komen zullen na 2-3 drie weken problemen gaan krijgen en achterop raken bij de rest.
Dit leidt tot frustraties en zal aanleiding zijn voor menige liefhebber om een (kort) kuurtje te geven. Deze korte kuurtjes kunnen mijn zegen niet wegdragen. De duiven hebben immers op dat moment vaak een serieus probleem wat goed aangepakt dient te worden.

Het argument dat men dan niet kan spelen en dat de problemen toch ook minder of weg zijn naar een korte kuur wordt vaak gehoord. Dat is dus weer zo’n struisvogel aanpak. De sterkere bacteriën zullen immers door de te korte kuur niet voldoende zijn aangepakt en weten zich in een ruim aantal van de gevallen weer te herstellen.
‘Ja maar de duiven zijn dan toch opgeknapt’, wordt me dan vaak gezegd. Ja, de infectiedruk is inderdaad omlaag gedrukt, doordat het aantal bacteriën is verlaagd. Maar de sterkere exemplaren zijn overgebleven en die loeren opnieuw op hun kans. Alleen zullen ze zich de volgende keer nog minder van het gebruikte medicijn aantrekken.

Als dit zo maarvaak genoeg herhaald wordt, ligt het risico van resistentie op de loer. Ik zie vaak in de kliniek dat het degene zijn die zo te werk gaan de hardste roepers zijn dat de medicijnen niet meer genoeg werken, dat er krachtigere middelen moeten worden voorgeschreven, of dat deze of gene collega dierenarts rotzooi verkoopt wat helemaal niet meer werkt. Mensen doe U zelf en uw duiven een plezier: Ga verstandig om met medicijnen. Het is geen snoepgoed.

Als de duiven gezond aan de start komen zijn er genoeg goed werkende, ondersteunende, voedingssupplementen die bijdragen aan de vorm van de duiven. Het is werkelijk te gek voor woorden dat menigeen van mening is dat antibiotica voor de vluchten gegeven moeten worden om zo de prestaties van de duiven te kunnen garanderen. Dat is oorzaak en gevolg omdraaien. Het is bekend dat duiven dragers zijn van allerlei bacteriën en die dan wegpoetsen op het laatste moment geeft een boost aan de duiven is dan de gedachte. Gelukkig hebben we onder andere met onze eigen voedingssupplementen kunnen bewijzen dat dit routinematig helemaal niet nodig is.

Uitgangspunt is dan wel dat de duiven schoon aan het seizoen beginnen. De prestaties die van de duiven gevraagd worden vergen veel van de duiven. Als de voorraden om dergelijke prestaties te kunnen leveren dan tekort schieten, zullen de duiven hun reserves extra moeten aanspreken. Voedingsstoffen die dan anders gebruikt worden om het afweersysteem op voldoende strategische hoogte te houden kunnen moeten worden ingezet. De afweer kan dan instabiel worden en kan de duiven gevoeliger maken voor de latente infecties die bij de duif toch altijd aanwezig zijn.

Juist op die momenten is het belangrijk om de duiven op te vangen met ondersteunende preparaten om zo de opgelopen tekorten aan te vullen en het gebruik van medicijnen tijdens het seizoen niet onnodig al op voorhand noodzakelijk te maken. Ook hier geldt in dit opzicht dat voorkomen beter is dan genezen.
Ik zie gelukkig het aantal liefhebbers toenemen dat door de juiste sportmedische aanpak het gebruik van medicijnen, om mee te kunnen blijven doen, kunnen beperken. (onder sportmedische aanpak versta ik een goede verzorging van de duiven gekoppeld aan een geregelde controle op ziekte, in plaats dat men onnodig blind kuurt). Want door niet voor ieder wissewasje een antibioticum te hoeven inzetten kunnen meer en meer liefhebbers beter gaan selecteren. De zwakke broeders vallen eerder door de mand. Op die manier kan men een betere stam duiven opbouwen. Selectie is en blijft het beste medicijn wil men een goede stam duiven krijgen.

Door overmatig gebruik van antibiotica bij (jonge) duiven wordt enerzijds de darmwerking, als eerste poort van de weerstand, verzwakt bij de goede duiven, maar anderzijds de zwakkere broeders zo ondersteund dat ze wel in leven kunnen blijven. Topsporters worden dat zelden. Het netto resultaat is welbeschouwd dat men zijn stam duiven in het geheel verzwakt. En dat maakt dat men weer zijn oor te luisteren legt bij een bevriende duivenmelker die gehoord heeft van een goed medicijn dat…… Onzin. Basisweerstand verhogen. Daar naar toe werken. En selecteren en nog eens selecteren. Dat is de weg. Niet de medicijnpot.

Tja, en dan als een duif echt ziek is dan is het goed dat er goede medicijnen bestaan waarmee we de door overmachtomstandigheden ziek geworden duif of duiven kunnen helpen. Maar men moet niet de selectie achterwege willen laten, omdat het potje het probleem wel op zal lossen.

Succes

Peter Boskamp